Dijkotop GG100

Productomschrijving Dijkotop GG100

Unidek Dijkotop GG100 is Eps dakisolatie enkelzijdig gecacheerd met gebitumineerd glasvlies van de firma Kingspan Unidek. In de volksmond staan de Eps isolatieplaten ook bekend als piepschuim, tempex of airpop. De isolatie is voorzien van Komo kwaliteitsverklaring en CE-keur met d.o.p. Druksterkte bij 10% vervorming 100 KPa, volumegewicht ca. 20 kg/m³, gewicht cacheerlaag ca 3000 gr/m², λd=0,036 W/mk. Brandklasse B-end use (NEN-EN 13501-1). De gecacheerde isolatie valt in gebruiksklasse C_d (BRL1309, Marathon Man Test), dynamische belasting. Goed beloopbaar en geschikt voor het regelmatig uitvoeren van inspecties en onderhoud aan het dak, onderdelen van het dak of aan installaties die geplaatst zijn op het dak. De Eps platen hebben een rechte randafwerking waarbij de cacheerlaag aan 2 zijden een overlap van 5 cm heeft. De isolatieplaat is verkrijgbaar met plaatafmeting 1000 x 1200 mm en op aanvraag met 2000 x 1000 mm. Ook leverbaar als afschotisolatie.

Algemene informatie

Op de cacheerlaag van deze Eps dakisolatie kunt U rechtstreeks APP en SBS dakbedekking branden. De isolatieplaat is per stuk te bestellen. Bestellingen worden standaard door Kingspan Unidek met een vrachtwagencombinatie en zelflosser geleverd. Dakconcurrent heeft voor alle ondergronden het juiste bevestigingsmateriaal. U kunt het isolatiemateriaal ook verlijmen op daarvoor geschikte ondergronden met de Pu schuimlijm. Bij nieuwbouw een bitumineuze dampremmer of dampremmende folie toepassen. Deze isolatie is ook leverbaar als Dijkotop MG100, hetzelfde isolatiemateriaal maar nu met een mineraal glasvlies cachering. Als U nog vragen heeft over de toepassing en/of verwerking van de Eps isolatie zie de productbijlagen of neem contact met ons op.

Applicatie van dakisolatie

Algemene uitvoeringsregels:
– grote platen alleen toepassen indien deze mechanisch bevestigd worden volgens verwerkingsvoorschriften fabrikant in de ondergrond.
– de isolatieplaten droog en vrij van de ondergrond opslaan en verwerken. Tevens zodanige maatregelen treffen, dat tijdens en na applicatie vochtinsluiting is uitgesloten. Nat geworden isolatie altijd verwijderen. Bij langdurige opslag maatregelen treffen tegen weersinvloeden zoals zonbestraling en vochtinsluiting.
– de isolatieplaten aanbrengen met gesloten naden in zogenaamd halfsteensverband. De platen in de kimmen goed aansluiten; passtukken kleiner dan 300 mm uitsluitend in de middenzone van het dakvlak verwerken.
– isolatiemateriaal uitsluitend op een droge ondergrond aanbrengen; los vuil verwijderen.
– Bij mechanisch bevestigde isolatie- en dakbedekkingsystemen gelden voor de bevestigers en de drukverdeelplaten de volgende eisen: duurzaamheid minimaal 12 cycli Kesternichproef.
– Het materiaal dat toegepast wordt als dampremmende laag dient zonder perforaties, beschadigingen e.d. te zijn en dient ter plaatse van details (b.v. doorvoeren, opstanden) stromingsdicht te worden aangesloten. De overlappen van de dampremmende laag aanbrengen conform de geldende richtlijnen.
– Na realisatie van het dakbedekkingsysteem moet een zodanig afschot aanwezig zijn dat ook bij doorbuiging van de constructie een onbelemmerde afvoer van water naar de hemelwaterafvoeren gewaarborgd blijft.
Voor de volledige verwerking en ook toepassingen bekijk de Komo kwaliteitsverklaring in de bijlagen.